direct naar inhoud van 3.4.2 Regionale woonvisie: "Wonen in de Westelijke Mijnstreek 2005-2010"
Plan: Kern Beek
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPKERNBEEK10-ON01
3.4.2 Regionale woonvisie: "Wonen in de Westelijke Mijnstreek 2005-2010"

De gemeenten in de Westelijke Mijnstreek hebben in februari 2006 de regionale woonvisie “Wonen in de Westelijke Mijnstreek, uitgangspunten en voorwaarden 2005-2010” vastgesteld.

Deze woonvisie vormt de concrete uitwerking van de Provinciale Woonvisie Limburg voor de regio. De kern van de woonvisie komt neer op het aanbrengen van een bepaalde volgorde/onderverdeling in de bouwplannen.

Op basis van een bepaalde hardheid van bestaande/lopende plannen is een verdeling gemaakt in een basisprogramma (B=basis), een reserveprogramma (R=reserve) en een ambitieprogramma (A=ambitie).

B-programma.

Hierin zijn de plannen opgenomen, waaraan de gemeenten zich reeds op de een of andere wijze hebben verbonden. Deze plannen kunnen zonder meer worden uitgevoerd.

R-programma.

Deze dienen als achtervang voor plannen uit het B-programma. Dit betekent dat, mocht een plan uit het B-programma om wat voor reden dan ook niet doorgaan, een plan uit het R-programma hiervoor in de plaats kan treden. Verder kunnen de plannen uit het R-programma worden uitgevoerd, als het totale B-programma is uitgevoerd.

A-programma.

Deze plannen maken onderdeel uit van het locale woningbouwprogramma en bestaan uit een mix van harde(re) en zachte plannen en zijn gepland om in de nabije toekomst (wellicht) tot uitvoering te worden gebracht. Over deze plannen ligt nog een sluier van enige onzekerheid. Ook de plannen uit het A-programma kunnen worden ontwikkeld. Hiertoe moet aan een tweetal voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet de opgave uit het B-programma zijn volbracht en ten tweede moet het desbetreffende plan zowel kwantitatief als kwalitatief op regionaal niveau zijn afgestemd. Verder is in de regionale woonvisie vermeld dat het de bedoeling is om meer te sturen op kwaliteit. Voor de periode tot 2010 is dit echter in beperkte mate mogelijk, gelet op de genoemde hardheid van bepaalde plannen. Het daadwerkelijk sturen van plannen op kwaliteit zal daarom eerst aan de orde komen in de periode vanaf 2010. De nu voorliggende woonvisie moet dan ook meer worden gezien als een stuk dat betrekking heeft op de overbruggingsperiode tot aan 2010.

In het uitvoeringsprogramma voor de Westelijke Mijnstreek wordt de komende jaren nadrukkelijk ingezet op:

  • Herstructurering.
  • Wonen, Welzijn en Zorg.
  • Stedelijk klimaat.
  • Vitale kernen en dorpen.
  • Behoud en uitbreiding van groen- en landschappelijke waarden.