| Plan: | Kern Beek |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0888.BPKERNBEEK10-ON01 |
Het Provinciaal beleid op het gebied van archeologie is verwoord in de Nota provinciaal erfgoedbeleid uit 2004. In het POL2006 en de Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling Limburg is dit beleid verder uitgewerkt. Met betrekking tot archeologie is in het POL2006 als uitgangspunt opgenomen dat het archeologische erfgoed in de oorspronkelijke vindplaats moet worden beschermd. Archeologisch vooronderzoek is verplicht binnen monumenten en binnen een straal van 50 meter rond bekende archeologische terreinen en vindplaatsen (zoals aangeduid op respectievelijk de Archeologische Monumenten Kaart Limburg en aangegeven in het archeologisch digitale systeem Archis) én in gebieden met een hoge of middelhoge archeologische trefkans volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Uitgezonderd hiervan zijn plangebieden kleiner dan 2500 m2, tenzij deze binnen een straal van 50 meter van een archeologische vindplaats liggen.
Provinciale archeologische aandachtsgebieden
Als gevolg van de nieuwe Wro hoeft de provincie niet meer de bestemmingsplannen van gemeenten goed te keuren. Haar toetsende rol is hierdoor veranderd. De provincie geldt nu meer als overlegpartij. Om aan te geven over welke onderwerpen de provincie in verband met de toetsing van bestemmingsplannen overleg wil voeren, heeft zij deze belangen vooraf kenbaar gemaakt.
Ten aanzien van het aspect archeologie heeft de provincie Limburg haar belang gedefinieerd in de vorm van een aantal “Provinciale archeologische aandachtsgebieden”. Dit zijn representatieve en relatief gave delen van de verschillende Limburgse cultuurlandschappen met een groot potentieel aan archeologische waarden. De provincie wil haar verantwoordelijkheid voor archeologie beperken tot deze aandachtgebieden. Het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan is niet gelegen in een dergelijk aandachtsgebied.
De gemeente Beek heeft een eigen beleid opgesteld waarin de uitgangspunten en randvoorwaarden op archeologisch gebied in kaart zijn gebracht en toegelicht. Dit zal worden belicht in paragraaf 3.5.4 Nota Archeologisch beleid