4.4.2 Afwegingskader
De omgevingsvergunning als bedoeld in 4.4.1 wordt slechts verleend indien:
-
a. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
b. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of
kunnen ontstaan;
-
c. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden beïnvloed;
-
d. aan het stedenbouwkundige beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag
geen afbreuk worden gedaan.