Artikel 1 Begrippen
1. plan
de ‘Partiële herziening bestemmingsplan Kern Beek – Achter de Beek 9-13 te Beek’ van de gemeente Beek.
2. bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0888.BPACHTERDEBEEK10-OH01 met de bijbehorende regels.
3. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
4. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
5. aan huis gebonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.
6. aan huis gebonden bedrijf:
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten in een woning en daarbij behorende bijgebouwen zodanig is dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd. Hieronder dienen in ieder geval niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel (behoudens beperkte verkoop in het klein in het kader van het uitgeoefende beroep) alsmede prostitutie, seksinrichting en escortbedrijf.
7. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
8. beeldbepalend pand
gebouw of bouwwerk gezien dat het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is.
9. begane grond:
Een bouwlaag geen verdieping zijnde.
10. bestaande bebouwing:
De als zodanig op de verbeelding aangegeven bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van de
tervisielegging van het ontwerpplan, dan wel op basis van een afgegeven bouwvergunning mag worden c.q. is gebouwd.
11. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
12. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
13. bijgebouw:
Een gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw dat, zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw.
14. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
15. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
16. bouwlaag:
een gedeelte van het gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder.
17. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
18. bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
19. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
20. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
21. coffeeshop:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, dan wel van hulpmiddelen om deze stoffen zelf te produceren. Als nevenactiviteit is sprak van het verstrekken van dranken en kleine
etenswaren voor consumptie ter plaatse.
22. erf:
Het gedeelte van het bouwperceel niet zijnde voor- en/of zijtuin waarop bijgebouwen mogen worden opgericht.
23. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk
met wanden omsloten ruimte vormt.
24. gestapelde woning
een woning in een woongebouw welk woongebouw twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.
Een gebouw dat door zijn omvang, constructie en situering het belangrijkste gebouw op een bouwvlak is.
26. kap:
De volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling.
27. omgevingsvergunning:
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
28. peil:
- voor gebouwen, die gelegen zijn aan een weg: de gemiddelde hoogte van die weg ter plaatse van het gebouw indien het hoogteverschil tussen de gemiddelde hoogte van de weg ter plaatse van het bouwperceel en de van de weg afgekeerde perceelsgrens minder dan 1,00 m bedraagt;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
29. prostitutie:
Het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen vergoeding.
30. prostitutiebedrijf:
Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt, een erotische
massagesalon inbegrepen.
31. seksinrichting:
Een voor het publiek toegankelijk besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of erotisch / pornografische voorstellingen plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, seksautomatenhal en sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
32. sekswinkel:
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren worden verkocht dan wel verhuurd.
33. smartshop/growshop:
een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd.
34. stedenbouwkundig beeld:
Het beeld dat wordt bepaald door de bouwmassa’s, de gevelindeling, en de dakvormen van de
bebouwing, alsmede de situering en de verschijningsvorm in zijn omgeving, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen.
35. straatprostitutie:
Het zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
36. voorgevellijn:
De op de verbeelding aangegeven lijn, waar in of evenwijdig aan een (of meer) gevel(s) van een gebouw zijn geplaatst krachtens deze regels toegelaten bebouwing.
Een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrijstaat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.
38. Wabo:
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
39. weg:
Een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en al zodanig aangeduide parkeerterreinen.
40. woning:
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
41. zolder:
Ruimte(n) in een gebouw die geheel of gedeeltelijk is (zijn) afgedekt met schuine daken die in functioneel opzicht deel uitmaakt/uitmaken van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.